top of page

Depressieve stoornis

Een depressie wordt gekenmerkt door een periode van sombere stemming, verminderde interesse of plezier, die minstens twee weken aanhoudt en gepaard gaat met een aantal andere symptomen:

  • Veranderingen in de slaap

  • Veranderingen in de eetlust of activiteit

  • Vermoeidheid

  • Moeite met concentreren

  • Gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoelens

  • Suïcidegedachten of suïcidaal gedrag

Een depressie kan zich op elke leeftijd voordoen, maar de kans erop neemt tijdens de puberteit erg toe.

Het risico op een depressie is hoger wanneer de persoon een tendens heeft tot emotionele instabiliteit. Ook negatieve jeugdervaringen spelen een rol. Dit hoeft niet noodzakelijk een traumatische gebeurtenis te zijn, maar kan ook een gebrek aan positieve ervaringen zijn.

Indien een familielid in de eerste graad (ouders of broers, zussen) al eens een depressieve stoornis gehad heeft, is de kans 2 tot 4 keer groter dat u een depressieve stoornis ontwikkelt. Ongeveer 40% is genetisch bepaald (omwille van de emotionele instabiliteit).

Depressies komen vaak samen voor met middelengebruik (medicatie, drugs of alcohol), een paniekstoornis, een obsessief compulsieve stoornis (dwangneurose), anorexia en boulimia nervosa en de borderline-persoonlijkheidsstoornis.

bottom of page